Terug naar de homepage | Meer vogels en natuur

Dagje vlinders en libellen in Limburg

18 augustus 2011

Spaanse Vlag op Budlea

Donderdag 18 augustus ga ik met Dave van der Spoel een dagje naar Limburg op zoek naar libellen en vlinders. We doen diverse plekken aan en het levert me een aantal nieuwe soorten op.


Vlinders
Libellen
Overig

Nieuw natuurgebeidje bij Montfort

Als ik om 0.15 uur in bed lig en de wekker zet, pak ik voor de zekerheid mijn telefoon en zet ook daar de wekker op 05.30 uur. Als ik wakker wordt van mijn telefoonwekker, voel ik me goed uitgerust en net als ik uit bed wil stappen, vraagt Gina wat ik ga doen. Het blijkt dat mijn telefoon nog de tijd van Thailand aangeeft en het is daar 5 uur eerder ......! Ik heb dus slechts een kwartier op bed gelegen. Lachen dus, en het heeft het voordeel dat ik nog vijf uur kan slapen. Dave staat er om kwart over zes en we rijden in twee uur naar een natuurgebeidje bij Montfort in Midden-Limburg.

KattenstaartBij Montfort hebben ze een aantal akkers afgegraven en er zijn ondiepe poeltjes aangelegd of ontstaan. De Kattenstaarten staan mooi te bloeien en het is er erg rustig, hoewel we pas net van de rijksweg af zijn. We zien niemand in de anderhalf uur dat we hier zijn. We beginnen al snel met een nieuwe soort libelle voor mij, de Tengere Grasjuffer. Net een Lantaarntje, maar deze juffer heeft een geheel blauwe S9 en is iets kleiner. We zijn hier eigenlijk voor de Zwervende Heidelibel en als we langs een wat hoger begroeid randje struinen vliegen er al snel enkele op. Ik kan een paar leuke plaatjes maken. De Zwervende Heidelibel heeft als een van de kenmerken dat het onderste deel van de ogen altijd grijsblauw zijn. Vlinders zijn er niet zoveel nog, waarschijnlijk nog iets te koud en voor een aantal soorten is het niet meer de tijd. Dave ziet wel een Icarusblauwtje en een Kleine Vuurvlinder. Er is nog wel een mooi mannetje Bandheidelibel, die wel mee wil werken voor een foto. Als ik een sprinkhaan fotografeer en vraag of Dave weet wat voor soort het is, hoor ik hem zeggen: "Van sprinkhanen weet ik niks". OK, dat kan, denk ik.
We beklimmen nog even de berg grond om een overzichtsfoto van het gebied te kunnen maken. Als we de steile helling aflopen schiet ik onderuit. "Ik verwacht van iemand die vaak naar Oostenrijk is geweest toch meer", hoor ik Dave zeggen. Ik ontken het niet en geef aan dat de leeftijd mee gaat spelen. Excuses verzinnen heeft geen zin in zo 'n geval. Er vliegen nog enkele Oeverlibellen rond, maar welke soort zal het zijn, de gewone of de zuidelijke? Thuis zal blijken dat het geen van beide soorten is, maar een vrouwtje en een mannetje Beekoeverlibel, ook een nieuwe soort voor mij.

We gaan op zoek naar het Donker Pimpernelblauwtje. Dave is altijd goed voorbereid en heeft genoeg kennissen die hij kan raadplegen voor de locaties van leuke soorten. We zijn al snel op de plek waar er deze week nog een paar gezien zijn, gewoon langs een doorgaande weg. Al snel passeren we enkele Grote Pimpernelplanten, die bijna allemaal uitgebloeid blijken te zijn. Of dat ook de oorzaak is dat we geen blauwtjes vinden weet ik niet, maar een ervaring (maar geen soort) rijker gaan we verder naar Paarlo. We parkeren de auto en lopen naar een bruggetje over de rivier de Roer, die behoorlijk snel stroomt. We speuren een strookje weiland af langs het water waar de Gaffellibel is waargenomen, een zeldzaamheid in Nederland. Ook deze soort werkt niet mee, wel zien we veel Weidebeekjuffers, hoewel ze op een afstandje blijven. Ook hier is het erg rustig, slechts enkele toeristen zien we voorbij komen. Leuk dat in het drukke Nederland nog zulke unieke plekjes zijn.

Talud bij BelvédèreDan besluiten we richting Maastricht te gaan voor de Sint Pietersberg en een locatie bij een oude steenfabriek. We hebben de locatie van de steenfabriek snel gevonden en parkeren de auto. Nog voordat we het terrein bereiken ziet Dave een Spaanse Vlag op een bloem van een Budlea zitten. Hij zit in de schaduw, maar werkt mee als hij zich verplaatst naar een plaatsje in het licht. Dat is een nieuwe soort voor mij en voor Dave een nieuwe Nederlandse soort. Het is een mooie vlinder, vooral als hij vliegt. Dan heeft hij de kleuren van de Spaanse vlag.
Achter de steenfabriek maken ze van een oude afvalstortplaats een recreatiegebied, Belvédère genaamd. Het lijkt op de Gorzenbult, maar dan meerdere malen groter en nog behoorlijk kaal. Er staan alleen wat lage planten en wat struikgewas langs de taluds, o.a. veel Budlea's. Hier is een Dwergblauwtje gezien, maar het blijkt zoeken naar een naald in een hooiberg. Dave ziet nog wel tot tweemaal toe een Kleine Parelmoervlinder, maar ik mis die steeds. De derde maal zie ik het beestje ook, maar zonder een foto te kunnen maken. Wel kan ik Kleine Vos, de Gehakkelde Aurelia en de Atalanta toevoegen aan de daglijst.
Als ik bij het beklimmen van de afvalberg voor de tweede maal onderuit schiet en we even stoppen - niet voor mij, maar omdat Dave nogal loopt te hijgen - ziet Dave een Bruine Winterjuffer. Hij zag iets bewegen zei hij. Ik zie een aantal hectares beplanting in de wind bewegen, maar hij ziet natuurlijk weer een onooglijke libellensoort, de ogen van Arendsoog zijn gelukkig nog steeds in een puike conditie.
Op de terugweg zie ik (ja inderdaad, nu ik een keer..!) een Spaanse Vlag aan de achterzijde van een bloem van de Budlea. We maken er beide wat foto 's van en stappen daarna in de auto, op weg naar de Sint Pietersberg.

KnoopkruidWe rijden naar de zuidkant van de Sint Pietersberg, parkeren de auto en lopen het omhooglopende pad op. De zon schijnt fel en het is behoorlijk warm. Wat we hier hopen te vinden zijn de volgende soorten: Bruin Dikkopje, Kaasjeskruiddikkopje en Klaverblauwtje. Allemaal zeldzaamheden. Van deze soorten laat alleen het Bruin Dikkopje zich verschalken en aardig fotograferen. Het Kaasjeskruiddikkopje laat zich ondanks een behoorlijk veldje met Kaasjeskruid niet zien en ook van het Klaverblauwtje is geen glimp te zien. Wel vliegen er andere blauwtjes, zoals het Icarusblauwtje en het Bruin Blauwtje. Het lukt me van beide een foto te maken. Dave ziet een Wespenspin en er vliegen ook meerdere Sint Jansvlinders rond. Op een zonnig pad ziet Dave een sprinkhaan. Blauwvleugelsprinkhaan hoor ik hem zeggen. "Hè, je wist toch niets van sprinkhanen, hoorde ik je vanmorgen zeggen", vraag ik aan hem. "Alleen van de gewone soorten weet ik iets", is het antwoord. Als ik later thuis op waarneming.nl kijk dan zie ik dat de Blauwvleugelsprinkhaan en zeldzame soort is, dus wat nou "ik weet niets van sprinkhanen"?

We lopen nog even naar de visvijver onderaan de berg tegenover de ENCI-centrale. Onderweg nog wat heidelibellen en wat Koolwitjes. Beneden aangekomen zien we Kleine Roodoogjuffer, wat Watersnuffels en een Grote Keizerlibel, die de plas achterin onveilig maakt. Op de terugweg zien we de Gele Luzernevlinder weer vliegen, die we eerder ook al langs de helling zagen vliegen. Het blijken er twee te zijn. Bijna had ik er nog een foto van kunnen maken, maar de automatische scherpstelling was niet snel genoeg. Wel een nieuwe soort weer voor mij. Nog was de koek niet op want de Kleine Parelmoervlinder die we hier vinden is zeer gewillig en werkt mee aan een fotosessie. Zelfs als we boven hem een praatje maken met wat andere natuurliefhebbers, blijft hij lange tijd aan onze voeten zitten.
Om vier uur rijden we naar huis, ruim op tijd om het noodweer dat later losbreekt voor te zijn. We hebben geluk deze mooie zonnige dag, want thuis had de zon verstek laten gaan. Het was weer een leuke dag.

Terug naar de homepage | Meer vogels en natuur